Interview Concetta Guglielmelli

“Genk heeft alles wat ik nodig heb om gelukkig te zijn”

“Toen ik mijn man leerde kennen, had ik één vereiste: ik wilde in Zwartberg blijven wonen”, glimlacht Concetta. Ze trekt graag de natuur in, pikt al eens een film mee, houdt van shoppen of gaat graag eens een koffietje drinken. Ver moet ze er niet voor gaan. En dat is volgens Concetta de grootste troef van Genk: “je hebt er alles wat je moet hebben”.

Concetta Guglielmelli (71) was amper zes jaar oud toen ze met haar mama, broer en zus, vanuit Calabrië naar België kwam. De vader van Concetta was hier al. Hij werkte in de mijn van Zwartberg. “Ik was hier meteen graag. We kregen een huis met drie slaapkamers toegewezen. In mijn ogen: een paleis. In Casole Bruzio hadden we maar één kamer, in Genk een heel huis! De jaren erna kwamen er nog twee zussen bij en verhuisden we naar een nog groter huis.” Concetta groeide op in Zwartberg en beleefde er de tijd van haar leven. “In de jaren zestig hadden we hier al alles wat we moesten hebben: een schooltje, een voetbalplein, een speeltuintje, een cinema. Alle culturen woonden hier door elkaar, nu nog steeds trouwens. Ik leerde zo als tiener nog een mondje Turks van de Turkse jongeren op het pleintje. We voelden ons altijd een beetje op vakantie. Ik woon ondertussen 65 jaar in Zwartberg. Ik ben een fiere Zwartbergenaar, maar vooral een fiere Genkenaar. Ik zag Genk groeien tot de moderne, gezellige, gastvrije stad dat ze nu is. Ik heb de Shoppings zien gebouwd worden. De Torenlaan zag ik wel vier keer veranderen. Ik maakte van dichtbij mee hoe het kleine stadion van KRC Genk uitgroeide tot een grote arena.”

Koffietje in het centrum

Het stadion ligt op een boogscheut van de woning van Concetta. “Elke week, meestal op dinsdag en op donderdag, ga ik met de vrouwengroep wandelen. De ene keer wandelen we tot aan het stadion van KRC Genk, de andere keer gaan we naar het vliegveld van Zwartberg. We trekken ook heel graag naar La Biomista, een prachtig kunst- en natuurpark. Knap wat de stad er samen met kunstenaar Koen Vanmechelen van gemaakt heeft. Eén van de gezelligste wandelparken vind ik nog steeds Openluchtmuseum Bokrijk. Vroeger trokken we er vaak naartoe met de kinderen. Het is een mooi wandelpark, maar je leert er ook veel over de tijd van toen, je komt te weten hoe de mensen heel vroeger leefden en woonden. Een andere mooie plek om een frisse neus te halen en fijn te wandelen is het Molenvijverpark, een mooi groen park midden in het stadscentrum. Je kan er tijdens het shoppen even uitblazen. Om te shoppen ga ik graag naar de Shoppings om ervoor of erna met mijn dochters of vriendinnen een koffietje te drinken in één van de vele cafeetjes in het centrum. In de zomermaanden is er op zondag een gezellige rommelmarkt. Ik ga er met de bus naartoe om er daarna langs de standjes van de verkopers rond te kuieren en rond te snuisteren.”

Heerlijke restaurantjes

Concetta houdt van goed eten en drinken. Ze staat dagelijks enkele uren in de keuken om voor zichzelf en haar familie lekker te koken. Als ze eens geen zin heeft om te koken, of er is een speciale gelegenheid, trekt Concetta er met familie en vrienden op uit. “We komen graag bij Eetcafé Kukina in Driehoeven waar ze specialiteiten uit Sardinië serveren. Mijn man zaliger was van Sardinië. We namen met de Sardische gemeenschap ooit nog deel aan de 1 mei-stoet in Genk. Pizza eten we graag bij Il Sotteraneo. Maar we gaan net zo graag al eens Grieks eten. In de multiculturele Vennestraat kan je kiezen uit Spaans, Italiaans, Grieks, enzovoort. In de zomer, tijdens Vollebak Vennestraat, is de Vennestraat de plaats waar je moet zijn. Lekkere geuren die je doen watertanden, komen je van ver tegemoet. De straat is dan omgetoverd tot één groot openlucht restaurant. Zoveel dat er te doen, te zien en te beleven is in Genk. Logisch toch dat ik hier nooit meer weg wil.”